Dat imkeren veel meer geworden is dan je enkel te bekommeren over de bijtjes, is een open deur intrappen. De strijd tegen de varroa is sinds de jaren '80 onderdeel geworden van de bijenteelt en sinds 2015 ongeveer kunnen we daar ook de strijd tegen de Aziatische hoornaar aan toevoegen. Voor we het goed en wel beseffen zullen we ook met de tropilaelaps geconfronteerd worden in onze kasten.

In februari 23 publiceerden we reeds een artikel over deze mijt in onze kennisbank.

Een studie van 2024 leert ons dat deze mijt intussen is opgerukt tot in de Russische regio van de Zwarte Zee en tot in Georgië. We moeten ons bewust zijn van het feit dat het niet meer dan een kwestie van tijd is vooraleer we deze mijten zien opdagen in onze kasten. Zoals de varroa, heeft de tropilaelaps het potentieel om zich wereldwijd te gaan settelen. Het kan dus geen kwaad van je een beetje in te lezen over dit beestje zodat je goed voorbereid bent op de dag dat we ermee in aanraking komen.
De snelheid waarmee deze mijt zich zal kunnen verspreiden, zal vooral afhangen van de ingesteldheid van de mensen (lees: de strengheid van de controles op het transport van bijen). De meeste wetenschappers die deze mijten bestuderen gaan ervan uit dat de tropilaelaps slechts enkele dagen kan overleven zonder broed. Ze zouden zich immers enkel voeden op de larven. Als deze stelling correct is, dan is de kans dat deze mijt bijvoorbeeld tot op het Amerikaans contingent geraakt (met een reis over zee of via het vliegtuig) heel klein voor zover men zich eraan houdt geen volledige bijenvolken te importeren. Het importeren van koninginnen, eventueel begeleid door een aantal werksters, en zelfs het meekomen van een zwerm die zich op een schip verschalkt, zou geen probleem mogen geven, omdat in beide gevallen er een lange broedloze periode is. Toch moet er een duidelijke kanttekening gemaakt worden bij de stelling: er zijn immers al tropilaelaps gevonden op ratten die geassocieerd werden met bijennesten en er zijn ook sommige wetenschappers die stellen dat er een (weliswaar geringe) kans bestaat dat de mijt zou kunnen overleven op dode bijen en op levende volwassen bijen (door het eten van de zachte membramen die zich naast de vleugels bevinden). Meer onderzoek is dus nodig om hierover uitsluitsel te krijgen.
De sleutel om de verspreiding op een correct tempo te houden is alleszins dat we geen volkeren over grote afstand verplaatsen en om ons in te dekken kunnen we toch ook best geen koninginnen uit het buitenland gaan invoeren in onze streken.

Maar goed, laten we even kijken naar de schade die deze mijt al berokkend heeft in de streken waar ze samen met varroa voorkomt (wat het geval zal zijn als ze bij ons terecht komt). De meeste studies hieromtrent werden uitgevoerd in Zuid-Korea (in een streek waar nog koude winters voorkomen) en in Thailand (waar de koninginnen ook in de winterperiode aan de leg blijven).

In Thailand ziet men dat de tropilaelaps de bovenhand neemt op de varroa. Dat komt vooral door de snelheid van reproduktie van deze mijten. Voor de varroa zag men een gemiddelde reproduktie van 2.7 over een periode van 2 maand. Dus als men 100 varroa had op dag 1, zag men 270 varroa op dag 60. Voor de tropilaelaps mat men in Thailand een reproduktiefactor van maar liefst 21. Honderd tropilaelaps op dag 1 werden dus 2100 tropilaelaps na 60 dagen !
In Zuid-Korea, wat qua klimatologische omstandigheden dus eerder zal aanleunen bij wat ons te wachten staat, kwam de reproduktiefactor van de tropilaelaps uit op 11. Dat is dus nog altijd 400% hoger dan deze van de varroa.
Als resultaat hiervan zag men in Zuid-Korea dat de onbehandelde kasten vooral ten onder gingen aan de hoge varroadruk. In Thailand zorgde de tropilaelaps voor het bereiken van het breekpunt van de bijenvolkeren.

De snelle aangroei van de tropilaelapsmijten wil alleszins zeggen dat we als imkers vaker of meer efficiënt zullen moeten strijden tegen deze mijten. Als we ervan uit gaan dat deze mijten broed nodig hebben om te overleven, zal het een noodzaak worden van een broedstop te forceren in onze kasten. De methode die Eddy Nowicki voorstelde tijdens zijn lezing kan hier dus soelaas bieden. Ook het gebruik van mierenzuur blijkt goed te werken tegen deze mijten (omdat dit in gasvorm tot in de cellen doordringt). Oxaalzuur is veel minder effectief omdat het niet doordringt tot in de afgesloten cellen en omdat de tropilaelaps niet op volwassen bijen terug te vinden is.
Kan de varroa-resistente bij ook helpen tegen de tropilaelaps? Dat werd nog niet bekeken. Als dat zo blijkt te zijn, zou het een goede reden zijn om hierop volop in te zetten.

bron : The Auburn Series - How the Auburn university bee center is thinking about tropilaelaps vs varroa mites, Beeculture, augustus 2025, pag 22 ev

Opmerking :
Er werd sinds de jaren '80 al veel onderzoek uitgevoerd naar de varroa, en toch leren we nog steeds bij.
Eerst dacht men dat de varroa zich voedde met het bloed (hemolymphe) van de bijen. Dat werd bijgestuurd nadat men zag dat de mijt zich voedde met het vetlichaam van de volwassen bijen. Een recente studie uit 2024 heeft ons nu geleerd dat het een combinatie is van beiden: de varroa voedt zich met het hemolymphe (het bloed) van het broed en met de vetlichamen van de volwassen bijen.

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.