De tropilaelaps mijt is bezig aan een stevige opmars. Als deze mijt even snel oprukt als de varroa, zullen we ze over een tiental jaar kunnen waarnemen in onze kasten.
Wetenschappelijke benaming: Tropilaelaps SPP. Delfinado & Baker of ‘de Tropimijt'.
Identificatie
Deze mijt komt oorspronkelijk uit Azië waar ze hoofdzakelijk de Apis dorsata parasiteert, maar ze komt er ook voor op de andere bijensoorten.
Op Apis mellifera blijkt ze jammer genoeg ook goed te gedijen.
De vrouwelijke volwassen tropimijten (foto rechts) zijn ongeveer 0.7 tot 1 mm lang en 0.5 tot 0.6 mm breed, waardoor ze ongeveer 1/3 van een varroamijt groot zijn (zie foto onder). Door hun donkere kleur en hun grote beweeglijkheid zijn ze goed waar te nemen in een bijenvolk. De mannetjes zijn merkelijk kleiner.
De volwassen exemplaren hebben 8 poten.
Het lichaam is eerder smal en lang, daar waar varroa eerder breed uitvallen.
Op het lichaam van deze mijten vindt men verschillende korte, denneboomachtige haren terug.
Levenscyclus
Zoals de varroa, gaat de tropimijt een cel met larve binnen net vooraleer deze afgesloten wordt. Na het afsluiten, legt de mijt 3 tot 4 eitjes. Na 12 uur worden de tropi-nymphen geboren en beginnen ze zich te voeden aan de zich ontwikkelende bijenlarve. Binnen de week is de nymph overgegaan naar het volwassen stadium. Er wordt aangenomen (nog niet bewezen) dat de mijten paren vooraleer ze de cel verlaten.
Als de bij geboren wordt, komen de tropimijten mee uit de cel, en gaan ze op zoek naar nieuwe larves. De meesten reizen niet mee op de pasgeboren bijen. Slechts 3 tot 4 % van deze mijten wordt gevonden op volwassen bijen. Dit maakt dat ze zich veel sneller verspreiden dan de varroa en dat ze tevens moeilijker te bestrijden zijn met chemische middelen. Indien zowel varroa als de tropimijt aanwezig zijn in eenzelfde volk, neemt de tropimijt het doorgaans snel over van de varroa. (25 tropi per varroa)
Over de levensduur van de tropimijt is weinig informatie te vinden. Er wordt veelal gesteld dat ze 'veel minder lang leeft dan de varroa'.
Verspreiding
Deze mijt is bezig met een snelle verspreiding over de wereld (veel sneller dan dat varroa zich kon verspreiden). Pakistan en Afghanistan zijn reeds geïnfesteerd. Er wordt dan ook verwacht dat deze mijt relatief snel zal opduiken in de regio’s met een gematigd klimaat van Amerika en Europa.
De tropimijten kunnen meereizen op volwassen bijen waardoor ze zich kunnen verspreiden tussen kolonies. Toch zijn er hier beperkingen. Enerzijds kan ze zich niet vastbijten in een volwassen bij, waardoor ze relatief snel van de bij zal vallen, anderzijds heeft deze mijt binnen de twee tot drie dagen nieuw broed nodig om zich te voeden. Na twee dagen zonder broed blijkt 88% van de mijten het niet te overleven.
Voeding
Zoals de Varroamijt, voedt de tropimijt zich met de vetreserves van de zich ontwikkelende honingbijen. Een verschil met de varroa is echter dat de tropimijt zich niet kan vastbijten op een volwassen bij. De monddelen van de mijt zijn daarvoor te klein. Ze is dus afhankelijk van de aanwezigheid van broed.
Vaststelling van een infectie
Je kan visueel vaststellen dat je te maken hebt met een infectie door de tropimijt: een onregelmatig broedpatroon, geperforeerde celafdichtingen (door de werksters die de aangetaste larven opruimen), pas geboren bijen met misvormde vleugels en misvormde of ontbrekende poten zijn symptomen.
Neem een witte kom. Verwijder een raam met gesloten broed van de kolonie. Schudt de bijen eraf en klop stevig op één zijde van het raam boven de kom. Draai het raam en klop nogmaals. Herhaal dit 3 tot 4 keer. Tel vervolgens de in de kom gevallen mijten.
Aangerichte schade
Eigenlijk zien we hier dezelfde factoren terugkeren als bij de varroamijt. Deze mijt verspreidt virussen en zorgt voor een verkorte levensduur van de bijen omdat ze zich te goed doet aan de vetreserves van de larven.
Wat kan je er tegen doen?
De beste methode is ervoor te zorgen dat je volk een tijdje broedloos is (door het opsluiten van de koningin). Het regelmatig invoeren van een nieuwe koningin (met hygiënische kenmerken) wordt ten zeerste aangeraden.
Er is nog maar weinig studie uitgevoerd over de impact van de anti-varroa producten op de tropimijt. Vermits deze mijt slechts zeer kortstondig op de volwassen bij zit, gaat men ervan uit dat de anti-varroa produkten wel zullen werken, maar dat de impact van deze produkten kleiner zal zijn. Testen met mierenzuur waren veelbelovend omdat dit zuur ook een gedeeltelijke impact heeft op het gesloten broed.
bronnen : Tropilaelaps mite Tropilaelaps SPP. Delfinado & Baker door Ashley N. Mortensen, Sarah Burleson, Gunasegaran Chelliah, Ken Johnson, Daniel R. Schmehl en Jamie D. Ellis
Tropilaelaps mites door Douglas Somerville, Technical Specialist Honey Bees, Goulburn