Bijen blijken temperatuursgevoelige diertjes te zijn. Zo kunnen ze slechts met moeite vliegen als de temperatuur zakt onder de 10°C. Toch hebben ze een methode gevonden om een koude winter te doorstaan...

pinguinsDe keizerspinguïns kruipen dicht tegen elkaar om de winters op de Zuidpool te doorstaan

In de winter is het aan de Zuidpool gemiddeld tussen de -15 en de -30°C. Als je daarbij nog de steeds aanwezige wind neemt, dan weet je wel dat de gevoelstemperatuur nog een heel stuk lager zal liggen. Toch zijn er dieren die hier gedijen. De keizerpinguïns overleven de winters op de Zuidpool door dicht tegen elkaar te gaan staan in een cirkel met hun snavel naar het midden gericht. De vogels die in het midden staan, hebben het warm en kunnen rustig bewegen. Na een tijdje gaan de afgekoelde pinguïns die aan de buitenkant stonden zich naar binnen toe begeven om zich te gaan opwarmen en de pinguïns die meer naar het midden stonden, bewegen zich naar de buitenkant om op hun beurt als koudeschild te dienen. Ze hanteren dus een beurtrolsysteem waardoor elke pinguïn slechts een beperkte tijd blootgesteld wordt aan de barre koude en het meeste gedeelte van de dag beschermd kan zitten in de groep. 

Onze bijen doen ongeveer hetzelfde. Zij werken evenwel in drie dimensies en vormen geen cirkel, maar een bolvorm: de wintercluster of wintertros.

Als basisidee moeten we voor ogen houden dat de spieren van de bijen niet meer goed kunnen functioneren als de temperatuur zakt onder de 10°C. Het is voor onze bijen dan ook belangrijk dat ze hun temperatuur steeds boven deze limietwaarde houden. Vanaf het ogenblik dat de temperatuur in de kast richting de 12 tot 17°C zakt, gaan de bijen zich warmpjes aan elkaar vasthaken. Hoe kouder het wordt, hoe strakker ze zich tegen elkaar zullen drukken om optimaal te kunnen profiteren van elkaars lichaamswarmte en hoe kleiner dus de wintertros zal worden die eenzelfde aantal bijen vormt.

De schets hieronder geeft de temperaturen aan die in een dergelijke cluster werden opgemeten, terwijl het buiten -11°C was.

temp in de kasttemperatuur op verschillende punten in de kast tijdens de winter

In dit geval was er een klein broednest aanwezig waar de temperatuur op 33° gebracht werd. Aan de buitenkant van de wintertros was het 15°, terwijl het aan de bodem van de kast -7° aan het vriezen was.

Er werd reeds heel wat onderzoek verricht naar de wijze waarop de bijen hun warmte genereren. In wezen komt het erop neer dat er twee 'warmtebronnen' zijn. Een eerste warmtebron bestaat uit het nuttigen van voedsel. Na de opname van het voedsel zal het lichaam van de bij dit eten omzetten in energie. Hierbij zal het lichaam van de bij opwarmen. Een tweede warmtebron bestaat uit het laten vibreren van de spieren. Je kan het een beetje zien als ons lichaam dat begint te bibberen als het koud is. Door de kleine trillingen, warmt het lichaam een klein beetje op. Idem dito dus bij de bijen, alleen dat ons lichaam ongecontroleerd gaat bibberen en dat de bijen dit zelf initiëren.
Om de spieren te kunnen laten vibreren, gaan de bijen wel meer energie nodig hebben. Ze gaan dit dan ook enkel doen als het gewoon eten van de wintervoorraad niet volstaat. Je hebt ook al begrepen dat het de bijen zijn die zich in het midden van de tros bevinden, die over gaan tot deze vibraties.
Hoe kouder het wordt, hoe meer bijen zullen gaan vibreren en hoe meer energie, en dus wintervoer, verbruikt wordt.

De volgende schets geeft het energieverbruik weer in een volk bij verschillende omgevingstemperaturen.

energieverbruik

Als de temperatuur rond de 10°C bedraagt, blijkt de cluster het meest energie-efficiënt te zijn. Hoe kouder het wordt, hoe meer energie verbruikt zal worden.

Meer energieverbruik zal ook zorgen voor meer vochtproduktie in de kast, alsook een toename van de CO2. Het is dus ook in de winter een noodzaak dat er een minimum aan ventilatie mogelijk is in de kast.

Hoe groter de cluster, hoe gemakkelijker deze voedsel kan vinden. De tros kan immers bewegen als een soort van blubber die van vorm verandert om meer voedselreserves te bereiken.

Het is wel al aangetoond dat een wintertros zich niet gaat bewegen over een 'hindernis'. Een hindernis kan je dan zien als een strook gekristalliseerd voer. Menig imker diende reeds vast te stellen dat er nog heel veel voer aanwezig was in de kast, maar dat de bijen verhongerd met hun hoofd in de cellen stierven omdat ze de voedselvoorraad niet konden vinden.

(In dit artikel vind je wat meer informatie over wintersterfte door varroa.)

bron : Why did my honey bees die?, Meghan Milbrath, Ph.D., Michigan State University Extension, 2018 (www.pollinators.msu.edu /517-884-9518) (bijhorende video)

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.