We zijn intussen al half januari, wat wil zeggen dat we waarschijnlijk binnen de komende twee maanden een eerste kastcontrole zullen kunnen uitvoeren. Jammer genoeg zullen een aantal imkers op dat ogenblik vaststellen dat hun volk de winter niet overleefde.
Als beginnend imker begrijpen we niet altijd waarom ons, vaak sterke, volk de winter niet doorgeraakte. We zoeken naar een mogelijke uitleg en vallen dan vaak terug op 'de koude', 'het vocht', 'een verstoring van het volk tijdens de winterzit', 'nosema of een andere ziekte', 'de verdwijnziekte', of het de laatste jaren meer en meer populaire 'we hadden veel last van Aziatische hoornaars', etc. Dit artikel haalt een andere oorzaak aan die we meestal niet graag toegeven, omdat we er zelf voor een groot stuk verantwoordelijk voor zijn: een te grote varroapopulatie in het volk.
We beschrijven eerst een aantal symptomen die je kan vaststellen bij het verlies van een volk. Als je bijna al deze dingen ziet, kan je er met grote zekerheid vanuit gaan dat de varroa (en de virussen die deze parasiet verspreidt) de boosdoener is.
Symptoom 1 : Het gaat over een sterk (vaak het sterkste) volk
Varroa reproduceert zich in gesloten broed. Hoe sterker je volk, hoe meer broed er wordt aangezet en hoe meer risico er is op een sterke varroagroei. Een volk dat zwermde, een aflegger, of zelfs een volk dat moeite had om een ziekte als kalkbroed te overwinnen, kende geen grote broedaanzet en had daardoor minder kans op een sterke varroa-aangroei. Een meepikker hier is dus dat je best op je kastkaart noteert hoeveel broed er in een volk aanwezig is bij de kastcontroles (vooral deze op het einde van de zomer). Deze informatie lijkt op het ogenblik van de controle niet altijd nuttig te zijn, maar kan je maanden later wel helpen om een correcte analyse te maken.
Symptoom 2 : Er is nog veel wintervoer over in de honingzolder
Als er nog veel voedsel over is in de kast, wil dit zeggen dat het volk vrij vroeg stierf. Volken met veel varroa sterven doorgaans vrij vroeg in het seizoen (vóór februari), waardoor er veel voedsel achter blijft. Indien de bijen met een varroabelasting de wintercluster ingaan, kunnen de virussen zich snel verspreiden. We stellen vaak vast dat volken al afsterven nog vooraleer de winter echt begint. Toch moet je voorzichtig zijn bij je inschatting van het wintervoer. Het kan zijn dat je nog maar weinig of helemaal geen wintervoorraad terugvindt omdat het volk beroofd werd. Bekijk dus goed de ramen. Werd er geroofd, dan zie je dat ook wel aan de zeer slordige manier dat de cellen werden geopend om het voedsel te recupereren. Bij een beroving zal je ook veel wasresten vinden op de bodem van de kast.
Symptoom 3 : Er is maar een klein hoopje bijen over in de kast
Alles wat overblijf is een handvol bijen
De varroabelasting in een volk is doorgaans het hoogst op het ogenblik dat de winterbijen geboren moeten worden. De bijen die geboren worden uit cellen met veel varroa zijn verzwakt en zijn besmet met virussen. In de winter sterven de oudere zomerbijen af en er zijn niet genoeg gezonde winterbijen om het volk te beschermen tegen de koude van de winter. Het is gebruikelijk dat je vlekken van bijendrek vindt vlakbij het hoopje dode bijen. Sommige imkers denken in dat geval dan ook dat nosema de boosdoener zal geweest zijn. Je moet je in dit geval voor ogen houden dat bijen pas reinigingsvluchten kunnen uitvoeren als ze zich eerst genoeg kunnen opwarmen in de kast om te kunnen vliegen. Als de cluster te klein is geworden, is dit opwarmen niet meer mogelijk en zullen de bijen zich in de kast ontlasten.
Als een volk sterft (bv van de honger), zullen de bijen vastzitten in de cellen en een aantal zullen dood naar beneden vallen op de bodem. Als bijen echter ziek worden door virussen, zullen ze proberen het nest te verlaten om de achterblijvers niet te belasten met hun ziekte. Als de meeste bijen ziek zijn, vliegen ze met zijn allen weg of zijn ze te zwak om terug te keren na een reinigingsvlucht.
Heb je dus een kast die bijna leeg is, op een handje vol dode bijen na, en waarbij er weinig bijen dood op de bodem te vinden zijn, denk dan dadelijk aan een ziekte.
Als het broed te ziek is, ziet men vaak dat de ganse kolonie afvliegt. Het gaat dan niet om een zwerm, maar om een kolonie die vertrekt omdat er teveel virussen aanwezig zijn in het nest.
Symptoom 4 : Verspreid broedpatroon en bijen die sterven bij de geboorte
patroon van een ziek raam
Heb je te maken met ramen waarin je nog maar een paar tientallen gesloten cellen ziet en vele dekseltjes van deze cellen een gaatje bevatten of waarbij het dekseltje volledig is weggeknaagd en je de bij die pas 'geboren' werd, dood ziet zitten in de cel, dan voldoe je aan dit symptoom.
Bij een aantal varroa-geassocieerde virussen en het PMS (Parasitic Mite Syndrome) zien we dat de bijen sterven nog voor ze de cel kunnen verlaten. Je zal ook 'gesmolten' of 'bevroren' larven zien zitten naast de gesloten cellen. Als de kolonie groot was (symptoom 1) en er nog veel wintervoer aanwezig is (symptoom 2), dan moet je zeker niet aan het Amerikaans vuilbroed denken als je dergelijke larven ziet. Volken met Amerikaans vuilbroed zijn doorgaans immers niet groot en zullen niet veel honingreserves kunnen aangelegd hebben.
Symptoom 5 : Witte kristallen in het broed
de witte puntjes op de wanden zijn varroauitwerpselen
Rond de cellen waarin het broed stierf, kan je witte kristallen zien vastkleven aan de wanden van de cellen. Deze zijn droog en zijn de gekristalliseerde urine van de varroa. Varroamijten doen hun behoeften in de cellen en de hieruit resulterende kristallen zijn goed zichtbaar met het blote oog. Het ziet er een beetje uit als gekristalliseerde suiker, maar het gaat steeds om kleine hoeveelheden per cel en ze kleven tegen de wanden, ze liggen niet op de bodem zoals dat het geval is met gekristalliseerd voer.
Symptoom 6 : je vindt geen notities terug dat je de varroa onder controle had
We schrijven hier dus niet 'dat je een behandeling tegen de varroa uitvoerde', maar wel 'dat je de varroa onder controle had'. Elke imker beslist voor zichzelf op welke manier hij de varroa onder de knoet probeert te houden. Het is goed te denken/weten dat je een varroa-resistente koningin hebt in je volk, maar dat ontneemt je niet van de noodzaak een goed idee te hebben van de reële varroadruk in je volken. Vooral op dit punt durven we als imker nogal eens te lui/nonchalant zijn. Een maandelijkse monitoring is echt wel een aanrader.
We gaan toch even dieper in op het gegeven van de behandelingen tegen de varroa voor zij die deze moeten toepassen:
In sommige jaren kennen we nog een late nazomer en kunnen de kasten zelfs nog in november gecontroleerd worden. Besef evenwel dat tegen oktober de meeste winterbijen al geboren zijn. Als je geen tijd had genomen in de zomer en pas in oktober een varroabehandeling uitvoerde, zullen de winterbijen die geboren werden tussen augustus en je behandeling al sterk aangetast zijn. De kans dat zij de winter doorkomen is klein.
Ook het feit dat je één of meerdere behandelingen (op tijd) uitvoerde, mag je geen vals gevoel van gerustheid geven. De verschillende soorten behandelingen zijn immers niet allen even effectief en de efficiëntie van de behandelingen is ook verschillend naargelang de dag waarop je deze uitvoerde.
De enige manier om te WETEN dat je de varroa onder controle hebt, is deze te monitoren (met de poedersuikermethode bijvoorbeeld). Gewoon naar de bijen kijken op zoek naar varroa is zeker en vast niet oké. De varroa zal zich enkel laten spotten op de bijen als de belasting al veel te groot is. Een volk kan er zeer goed uitzien, terwijl de varroa haar destructieve werk uitvoert in de cellen, weg van het oog.
De installering in je imkerpraktijken van een monitoring van de varroa, zal je rust geven in je hoofd met de wetenschap dat je bijen er niet alleen gezonder uitzien, maar het ook zijn.
Heb je nu een afgestorven volk waarbij je de bovenstaande symptomen op kan mappen, wees dan slim en leer hieruit. Pak het het komende bijenseizoen iets beter aan, waardoor je volken meer kans hebben om de winter door te komen.
Wat doe je nu met die lege, dode kast? Als een volk gestorven is, zijn alle varroa die erin zaten ook naar de eeuwige jachtvelden verhuisd. Er is nog geen bewijs dat de virussen die door de varroa verspreid worden, kunnen overleven zonder bijen. Je kan de oude ramen en de kasten opnieuw gebruiken na een grondige schoonmaakbeurt. De honing die achterbleef kan je zelfs slingeren (als het om honing gaat en niet om suikerwater dat je opvoerde natuurlijk) en zelf consumeren of terug aan de bijen voeren. Opgebouwde ramen die niet vuil (oud) zijn, kan je in een ander volk hergebruiken.
bron : Why did my honey bees die?, Meghan Milbrath, Ph.D., Michigan State University Extension, 2018 (www.pollinators.msu.edu /517-884-9518)