Op donderdag, 19 januari gaf Kevin Verbeek een lezing over hoe de nesten van de Aziatische Hoornaar kunnen opgespoord worden.
De grote opkomst (we waren met ongeveer 70 aandachtige toeschouwers) geeft aan hoe belangrijk dit onderwerp geworden is.
Na de lezing werden 54 selectieve vallen uitgedeeld aan de leden en bijleden.
Voor diegenen die niet konden aanwezig zijn, geven we hier een paar meepikkers die niet in de slideshow (die je kan downloaden in het ledenportaal) te vinden zijn:
- In tegenstelling tot de honingbij, vliegt de Aziatische Hoornaar resoluut over een grote waterpartij (zelfs over een afstand van 40 km).
- Als je twee bomen naast elkaar hebt staan en je weet bijna zeker dat het nest in één van beide moet zitten, bekijk dan eerst het bovenste 1/3 van de kruin van de hoogste boom. De kans dat het nest daar zit is het grootst.
- De meeste secundaire nesten werden de voorbije jaren gevonden op een afstand van 40 tot 60 meter van het primaire nest.
- Bij de overgang van primair naar secundair nest kan je gedurende 5 weken een soort van luchtbrug waarnemen tussen beide nesten waarbij de hoornaars over en weer vliegen.
- Zie je een peervormig nest in een boom hangen, denk dan eerder aan de Middelste Wesp.
- De Aziatische hoornaars worden eerder aangetrokken door de kleuren geel en rood.
- Als je een selectieve val even hebt weggenomen en in de ijskast hebt gezet om de Aziatische Hoornaars eruit te vissen, zet de val dan niet terug op dezelfde plaats, maar een tiental meter verderop. Op die wijze vermijd je dat de bijvangst die je had de dag nadien terug in de val zit.
- In een nest heb je een hiërarchie. Een hoornaar wordt belangrijker als deze suikers kan binnenbrengen. Daardoor kan je een hoornaar makkelijk heroriënteren van het jagen voor de kast naar het vliegen op een wiekpot.
- De hierboven vernoemde hiërarchie speelt nog in ons voordeel. Deze zorgt er immers voor dat de hoornaars hun informatie over de gevonden bijenkasten niet gaan delen en ze dus solitair blijven jagen.