Lange tijd dacht men dat bijen niet sliepen, maar een studie van 1983 deed hier toch een ander licht op schijnen.
Door een kolonie lange tijd gedetailleerd te bestuderen, merkte men op dat een aantal bijen er maar lusteloos of slap bleken bij te zitten. Vele bijen zaten ook in een cel en bleken daar lange tijd gewoon in te blijven zitten. Toen men deze bijen ging monitoren, bleek dat hun thorax zeer ontspannen was, alsook hun hoofd en hun antennes. Na een tijdje begonnen vooral de borstspier en de antennes even feller te bewegen, om dan terug te keren in een rusttoestand (dit is een korte actieve fase zoals men die ook kan waarnemen bij de diepe REM-slaap fase van zoogdieren). Naast een gedaalde spiertonus stelde men ook een lagere lichaamstemperatuur en een verhoging van de reactiedrempel vast.
Al deze elementen deden de onderzoekers besluiten dat de bijen wel degelijk in een slaaptoestand terecht komen. Als men de bijen gewild wakker houdt, waardoor ze een slaaptekort ontwikkelen, heeft dit ook een impact op hun gedragingen (zie artikel Uitgelicht – Impact van slaaptekort bij honingbijen), wat voor de onderzoekers het bewijs is dat de slaap voor de bijen een noodzakelijke fase van de dag is.
Wat ook opviel in latere studies is dat het vooral de haalbijen (relatief oude werksters) zijn die slapen. Deze bijen hebben een vrij vast dagritme (het foerageren) en zij slapen dan ook ’s nachts (wanneer ze eigenlijk geen andere taken dienen te vervullen). Jonge bijen daarentegen vertonen geen echt dagritme in de eerste 14 dagen van hun leven en voeren meestal rond de klok verschillende activiteiten uit in de kast. Voor deze jonge bijen is men er nog niet helemaal uit of ze wel slapen, waardoor ze een uitzondering zouden zijn in het dierenrijk. Men vermoedt echter wel dat ze toch een zeker slaappatroon moeten hebben, maar dat zou dan een patroon zijn dat wezenlijk verschillend is van dat van de haalbijen. Hier zal nog bijkomende studie nodig zijn om dit gedetailleerd in kaart te kunnen brengen. Op dit ogenblik gaat men ervan uit dat de jonge bijen eerder slapen in periodes van enkele minuten, gespreid over de ganse dag en nacht.
Slaap blijkt dus een belangrijke rol te spelen in het leven van honingbijen maar om te verstaan hoe en waarom is het essentieel om de slaap accuraat te definiëren en te weten wanneer ze voorkomt. Het observeren van bijen in een kolonie is echter niet altijd even evident. Niet alleen is het er continu relatief donker, bijkomend bevinden vele bijen zich in een cel (om deze te poetsen, maar ook om te rusten en te slapen), waardoor er enkel een stukje van hun lichaam zichtbaar is. In 2020 werd met infrarood-technologie vastgesteld dat +/- 17% van de bijen die zich in een cel bevonden aan het slapen waren (er werd hier specifiek gekeken naar de bewegingen van het borststuk om te determineren of een bij al dan niet aan het slapen was).
Gedurende haar leven zal een bij verschillende taken uitvoeren. De duur, vorm en periodiciteit van het slaappatroon zou kunnen geïmpacteerd zijn door de uit te voeren taken. In verschillende studies werd vastgesteld dat hoe ouder de bijen worden, hoe minder tijd ze spenderen in een cel om te slapen. Celpoetssters blijken geen slaap-waak ritme te hebben, terwijl de bijen die de nectar en stuifmeel in de cellen plaatsen, alsook de haalbijen, een duidelijke 24-uurs cyclus vertonen met meer en langer ononderbroken periodes van slaap gedurende de nacht. De jongste haalbijen bleken ook meer slaap nodig te hebben dan de oudere haalbijen.
In een kolonie varieert de temperatuur nogal en dat kan een impact hebben om het slaapgedrag van de bijen. In 2014 ontdekten Klein et al. dat de locatie in het nest waar de bijen slapen afhangt van de taken die ze op die dag heeft uitgevoerd, en dat die locatie afhankelijk is van de omgevingstemperatuur en van de positie van het broed.
Oudere bijen slapen doorgaans niet in cellen, dicht bij de buitenrand van het nest, weg van het open broed, in koudere regio’s van de kast. Jongere bijen slapen doorgaans in een cel en dichter bij het centrum van het nest. Wanneer ze door open broed omgeven zijn, slapen ze meer dan dat ze wakker zijn.
Onderzoekers vonden ook dat de timing van het slapen van de haalbijen afhankelijk is van de periode waarin voedselbronnen aanwezig zijn. Als er meer voedsel te vinden is in de voormiddag, gaan de haalbijen meer slapen in de namiddag en vice versa.
Bron: Honey Bees Sleeping, Clarence Collison, Bee Culture, december 2021, Pag 27 e.v.