Je hebt waarschijnlijk al wel een filmpje op social media zien passeren over stoere honingjagers die aan touwen hangend en amper beschermd raat gaan wegsnijden aan een rotswand (vb. dit filmpje). Zij verzamelen de honing van de apis laboriosa
Apis laboriosa is een honingbij die hoofdzakelijk voorkomt in het zuiden van Azië in het Hindu Kush Himalaya gebied.
Ze kunnen gevonden worden in een specifiek geografisch gebied dat zich uitstrekt van West Nepal tot het noorden van Laos en Vietnam.
Deze bij heeft gekozen voor een wel zeer bijzonder leefgebied : de rotspartijen van de Himalaya op een hoogte van zowat 2500 tot 3200 meter boven de zeespiegel. De kolonies maken hun nest tegen de rotswand, beschermd door een overhangend rotsgedeelte. Hierdoor zijn ze veilig voor predatoren.
Een nest is typisch 1,5m op 1 m groot en bestaat uit één enkele raat. De honing wordt bovenaan in de raat bewaard, vervolgens wordt een ring van stuifmeel teruggevonden en het broed zit onderaan. Ze kiezen bij voorkeur een plek uit die gericht is op het zuidwesten of zuidoosten.
Met een lichaamslengte van gemiddeld meer dan 3 cm wordt apis laboriosa gezien als de grootste honingbijensoort ter wereld.
Het achterlijf is donkerbruin tot zwart van kleur en is bezet met lange, geelachtige haren.
Gedurende de langste tijd van het jaar, bevindt de kolonie zich in een nest op een tiental meter boven de grond, bevestigd aan een rots. Wanneer het koude seizoen er aan komt (tussen eind november en begin december), verlaten de kolonies deze rotsen. Ze gaan dan op zoek naar een nieuwe plek die bescherming kan bieden tegen de grootste winterkoude. Dit is doorgaans een plekje tussen de rotsen of in lager gelegen gebieden.
Om zich te verdedigen tegen hun mogelijke vijanden, hebben deze bijen een zeer merkwaardig mechanisme uitgedokterd. Als er een predator opduikt, gaan de bijen ‘bibberen’. Ze gaan daarbij individueel hun buik oplichten en weer laten zakken, waardoor een soort van rimpel effect ontstaat op de raat (een beetje als de Mexican wave). Het wordt daardoor voor de predator, die toch een beetje in de war geraakt, veel moeilijker om een individuele bij aan te vallen.
De honing van de apis laboriosa wordt ook wel de mad honey genoemd. De planten die hoog in het himalaya gebergte te vinden zijn, en dus bevlogen worden door deze bijen, bevatten grayanotoxines, die terug te vinden zijn in de honing. Als mensen deze toxines opnemen, kan dit tot een grote variëteit aan effecten leiden, gaande van euforie tot de ernstige ‘mad honey ziekte’.
De ‘krachten’ van deze honing, maakt dat deze zeer populair is in het Himalayagebied, waardoor elk jaar meer en meer nesten vernietigd worden. De jagers klagen nu al dat er elk jaar minder en minder kolonies te vinden zijn. Ze vrezen ook dat hun kinderen minder en minder geneigd zijn dit ‘ambacht’ over te nemen. Misschien is dat wel de redding van deze bijensoort.
Bron: The Giant Honey Bees of the Himalayas, Manish Koirala, Bee Culture, Jan 2024 Pag 78 e.v.