Als je al een tijdje aan het imkeren bent, heb je misschien wel wat was op overschot. Hiervan kan je zelf kaarsen maken. In het onderstaand artikel leggen we uit hoe je kaarsen kan gieten.

Eerst en vooral is het belangrijk te zeggen dat de kwaliteit van het resultaat van je werk, dus de afgewerkte kaars, voor een heel groot stuk zal afhangen van de gebruikte was. Als je je was niet genoeg hebt gezuiverd, zullen de onzuiverheden zorgen voor een minder mooi uitziende kaars en is de kans groot dat de kaars ook niet goed zal branden.

Kaarsen gieten doe je in een daarvoor voorziene metalen, plastic of siliconen mal. Als je een mooie symmetrische kaars wil verkrijgen, kan je de metalen en plastic mallen best eerst voorverwarmen. Dit kan je bijvoorbeeld doen met een hittepistool of een föhn. Siliconen mallen kan je ook opwarmen (bv op een radiator), maar dat is geen must.

Werkwijze

Smelt de was langzaam au bain marie of in een speciaal daarvoor voorziene wassmelter.

De meeste mallen hebben onderaan een gaatje waar je de lont kan doorrijgen. Als je zo een mal hebt, dan kan je het uiteinde van een lont even doppen in de warme was en deze dan laten uitharden. Duw vervolgens de lont door het gaatje en trek deze door tot deze ongeveer 2,5 cm boven de mal uitsteekt. Zet deze dan vast in het midden met een haarspeld of tusen twee tandenstokers die je met een elastiekje aan elkaar vast maakt. Het andere einde van de lont bevestig je aan de buitenkant van de mal. Zorg er alleszins voor dat de lont strak staat, maar niet wordt uitgerokken. Om ervoor te zorgen dat er geen was wegloopt langs het gaatje waardoor je de lont hebt gerijgd, moet je dat gaatje tijdelijk afsluiten. Dat kan bv met een stukje tape.

Als je een siliconen mal gebruikt, kan je de lont meestal klemmen in de vorm via speciaal daarvoor aangebrachte inkepingen.

Heb je een mal zonder gaatje aan de onderkant, dan kan je werken met een lange naald (zie hieronder).

Terwijl de was aan het smelten is, bereid je je mal voor. Metalen en plastic mallen kan je invetten met olijfolie of bakspray. Indien je een lange naald moet gebruiken, vet deze dan ook in en zet deze stevig rechtop op de bodem van de mal.

Als de was tussen de 74 en 77° is, kan deze gegoten worden. Als deze heter is dan 77°C kan je hem best eerst even laten afkoelen.

Verwarm de metalen of plastic mallen en omwikkel deze met vilt (zodat deze wat geïsoleerd is en langzamer afkoelt). Het vilt kan je vastmaken met een elastiekje. Giet de was nu in de mal.

Laat de kaars volledig afkoelen.

Als je met een naald hebt gewerkt, trek de afgekoelde kaars dan met de naald omhoog uit de vorm. Tik de kaars vervolgens even tegen een hard oppervlak zodat de naald loskomt van de kaars. 

Rijg dan een lont met voetje door het achtergebleven gat in de kaars en knip deze één centimeter boven de bovenkant af. Laat de kaars een paar dagen rusten vooraleer deze te laten branden.

Als je kaars maar niet wil loskomen uit de mal, kan je de mal een paar uur in de diepvries leggen. Meestal lukt het dan wel om de kaars uit de vorm te krijgen.

Voor wat de maat van je lont betreft : voor stompkaarsen van 5 tot 7.5cm diameter kan je een lont van maten 2 tot 5 gebruiken.

 

 

bron : boek "Creatief met Bijenwas" van Petra Ahnert

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.