Als je net begint met imkeren, vraag je je al gauw af hoe je van dat ene volk dat je hebt snel kan doorgroeien naar meerdere volken zonder je moedervolk echt te benadelen. Koninginnenteelt zie je misschien nog niet dadelijk zitten. Deze methode zou voor jou wel eens de oplossing kunnen zijn.

Pas deze methode toe vóór midden mei, anders ben je te laat en heb je een grote kans dat je nieuwe volken niet voldoende aangegroeid zullen zijn tegen september om de winter in te gaan.

Hoe werkt het dan?

Zet om te beginnen een nieuwe kast klaar met bodem en hoogsel. Het beste is een bodem te gebruiken waarin je de vliegopening makkelijk kan aanpassen.

Neem uit je volk een raam met eitjes, larfjes en liefst 3/4 van het raam gesloten broed. De eitjes en larfjes zullen ervoor zorgen dat de bijtjes een nieuwe koningin kunnen aanmaken. Het gesloten broed zal snel uitlopen en zorgt voor de nodige jonge voedsterbijen. Zorg ervoor dat elke zijde van het raam goed bezet is met bijtjes. Controleer even dat de koningin er niet op zit.

Plaats dit raam tegen de zijkant van de kast. Naast dit raam hang je een waswafel en dan een raam met voedsel. Heb je geen voedselraam, dan kan je ook een potje met vloeibaar voedsel zetten. (suikerwater met een samenstelling van 1 liter water op 1 kg suiker). Dat potje kan je gewoon naast de waswafel op de bodem van de kast zetten. Laat er wat takjes invallen zodat de bijtjes makkelijk aan het voedsel kunnen zonder dat ze verdrinken. 

Je moet de lege ruimte niet verder opvullen met vulblokken of zo.

Belangrijk is wel dat je de aflegger nu minstens 3 km verderop opstelt, zodat de vliegbijen niet terug kunnen vliegen naar het moedervolk. Het gaat hier immers om een klein volkje en elke bij is belangrijk.

De vliegopening zet je nu, aan de kant waar het raam met broed hangt, zo klein mogelijk. Er mag maar net genoeg ruimte zijn om een bij door te laten. Op die manier bescherm je het volk tegen roverij.

Na 4 weken kan je dit volkje controleren (niet voordien). Nu zouden alle cellen moeten uitgelopen zijn en zou er een koningin moeten zijn. Is er geen koningin te zien, dan kan je het volkje terug verenigen met een ander volk. Is er wel een koningin aanwezig, controleer dan of er broed is (dat zou nu toch wel het geval moeten zijn). Je kan de aflegger nu terug naar je stand verhuizen ('s avonds laat of  's morgens vroeg).

En vanaf nu ga je het volkje goed opvolgen. Zorg dat er steeds voedsel aanwezig is en geef nieuwe waswafels aan het volk vanaf het ogenblik dat ze een vorige waswafel hebben opgebouwd. De nieuwe waswafels ga je aanbieden in het midden van het broednest. De vliegopening houd je best klein tot de winter. Tegen dan is het volk uitgegroeid tot een volk op 8 tot 11 ramen dat goed de winter in kan. 

 

bron:  EEN RAAMPJE WORDT EEN VOLK – konVIB

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.