Er zijn nog een aantal imkers die zweren bij wildbouw, maar de overgrote meerderheid werkt met ramen die voorzien worden van waswafels.
Hoe gaat dit in zijn werk?
De ramen die we vandaag in de handel vinden, zijn doorgaans reeds voorzien van een roestvrije horizontale of verticale bedrading. Bij een horizontale bedrading zien we dat de lengte van de draad tussen twee latten groter is dan bij een verticale bedrading. Dat maakt dat de opgebouwde was iets minder stevig verankerd komt te zitten. Bij het slingeren van je honing uit ramen met een horizontale bedrading, dien je dan ook iets voorzichtiger te werk te gaan. Het voordeel van deze bedrading is evenwel dat de boven- en onderlatten niet gaan doorbuigen, waardoor je de bijenruimte beter respecteert en je minder wildbouw boven op de latten krijgt.
Bij een darrenraam ga je geen waswafel plaatsen. Hier volstaat het een klein strookje was van +/- 1 cm in te smelten aan de bovenste lat van het raam.
Als je op voorhand weet dat je in het voorjaar weinig tijd zal hebben om aan je bijen te werken, kan je al een beetje tijd winnen door de waswafels reeds in de winter in de ramen in te smelten. Hier moet je wel extra goed opletten. Na het insmelten van je waswafels, plaats je deze voorzichtig in een romp. Die romp ga je dan zo weinig mogelijk verplaatsen. De koude waswafels zullen immers heel fragiel worden. Elke verplaatsing of stoot tegen de romp kan ervoor zorgen dat er stukken was van de wafel afbreken. Hetzelfde kan je voorhebben als je wasramen in de vriezer bewaart.
Het insmelten op zich
Neem je waswafels en plaats deze gedurende 24 uur in een ruimte waar het boven de 20°C is. Dit zal ervoor zorgen dat de wafels makkelijker insmelten (ze leggen zich vanzelf vlak op de bedrading) en dat ze later minder gaan uitzetten.
Neem nu een raam en controleer de spanning op de bedrading. Als je met je vinger tegen een draad aantikt, moet deze een toon geven (een beetje zoals de snaar van een gitaar). Is dat niet zo, dan kan je de draadspanner er even bijnemen en over de draad wrijven zodat deze een klein beetje wordt ingekort.
Als de spanning van de bedrading in orde is, leg je het raam op een horizontaal vlak en leg je de waswafel boven op de draden. Zorg ervoor dat de waswafel bovenaan goed aansluit tegen de lat. De bijen zullen immers altijd van boven naar beneden gaan bouwen. Heb je onderaan nog een spleet, dan bouwen ze dat gezwind toe. Een ruimte bovenaan zal meestal niet dicht gebouwd worden.
Langs de zijkanten en aan de onderkant laat je best een paar millimeter open. Dat maakt dat de was in de kast nog ruimte heeft om een beetje uit te zetten.
Om de was in te smelten ga je nu de bedrading kort verwarmen. Verbind hiervoor een transfo met het begin- en eindpunt van de draad. De draad zal hierdoor warmer worden dan 65°C en hierdoor in de was dringen.
In principe kan je iedere veilige stroombron gebruiken om de was in te smelten (vb een lader van een computer of een lader voor autobatterijen). Als je een lader hebt met een laag vermogen, dan zal het verbinden van de transfo op de uiteinden van de draad deze niet genoeg doen opwarmen. Dan kan je segment per segment werken. Je verbindt dan dus de transfo met de linkerkant en met de rechterkant van één segment bij horizontale bedrading (of de bovenkant en de onderkant bij verticale bedrading).
bron: Waswafels zijn goed voor bijen, Dr Pia Aumeier, vertaling Hugo Bes, Maandblad van de Vlaamse Imkersbond, april 2018