Het zoeken en (laten) verdelgen van nesten van de Aziatische hoornaar is de enige goede manier om de aangroei van deze exoot (en daardoor ook de druk voor de bijenkasten) onder controle te houden.
Ja, ik kan het ook niet laten om steeds een badmintonracket mee te nemen als ik naar de kasten ga kijken en de daar aanwezige AH een fore- of backhand cadeau te doen. Het geeft een goed gevoel als je er eentje naar de andere jachtvelden kan sturen, maar goed, een oplossing is het niet natuurlijk.
In het voorjaar zetten we met z'n allen de selectieve vallen om de koninginnen weg te vangen. We konden op die manier een groot aantal nesten (potentieel dan toch) vermijden, maar er waren sowieso nog genoeg koninginnen die we niet konden vangen die een embryonestje opstartten. De bevolking bewust maken van het belang van het controleren van carports, garages, tuinhuisjes, zolderruimtes etc was een volgende stap waardoor veel embryonestjes konden weggehaald worden. Ook primaire nesten konden nog vlot gevonden en verwijderd worden, maar nu we in de fase van de secundaire nesten beland zijn, is het andere koek om die nesten te vinden.
Mits wat volharding, kan de wiekpotmethode je tot aan de nesten brengen. Toegegeven, je moet er een inspanning voor leveren. De smaak van het succes is des te zoeter als je een nest kan vinden en kan laten verwijderen. Ik kan het enkel aanraden. De persoonlijke teller staat dit jaar voorlopig op zeven stuks en het seizoen is nog niet ten einde.
Vlotter kan het gaan met de zender-ontvanger combinaties. Er zijn op heden twee oplossingen op de markt, die stilaan hun nut bewijzen. Eens de hoornaars zwaar genoeg zijn om de zenders te dragen, kunnen deze oplossingen ingezet worden. Het nadeel is echter de prijs hiervan. Een zendertje kost vandaag om en bij de 125 euro en de kans is groot dat je dat niet kan recupereren. Elke imker wil wel dat die drie nesten rond de bijenkasten verdelgd worden, maar hebben we daar 375 euro voor over? Meestal is het antwoord hierop iets met een ee-klank erin :).
In juli maakte de Universiteit van Southampton bekend dat ze konden determineren dat een nest hoornaars een geluid produceert dat waarneembaar is op 125 Hz (bij Europese hoornaars is dit 110 Hz en bij honingbijen 210 Hz). Deze vondst opent de baan om een toestel te ontwikkelen waarmee je kan rondlopen en dat je kan zeggen dat er al dan niet een nest hoornaars aanwezig is binnen een straal van 20 meter. Dit is een grote sprong voorwaarts omdat je nu geen hoornaar meer moet vangen om er een zendertje aan te bevestigen. Het nadeel zit hem echter in die 20 meter. De primaire nesten zijn doorgaans lager dan 10 meter te vinden, maar de secundaire nesten zitten al gauw op 20 tot 30 meter hoogte (en hoger). De betrokken onderzoekers zien nu het ontwikkelen van een drone met de ontvangsttechnologie erin geïntegreerd als een volgende stap om hoogzittende nesten op te sporen.
Naast het feit dat je geen hoornaars moet vangen, heeft de oplossing een tweede groot voordeel: de kostprijs. Er is nog niet geweten hoe het basistoestel in een commerciële versie kan gegoten worden, laat staan wat de prijs ervan zou zijn. Wel is zeker dat je naast dat basistoestel geen extra consumables meer zult hebben. Er is dus met andere woorden geen extra kost per nest te verwachten.
Laat ons hopen dat er snel een bedrijf geïnteresseerd is om de oplossing tegen een aanvaardbare prijs op de markt te brengen, zodat we beter gewapend de strijd met de hoornaars kunnen aangaan.